Pieter de Hooch
Pieter de Hooch (1629- ±1684)
De Hooch, een van de Oude Hollandse Meesters, wordt geboren in Rotterdam waar hij voornamelijk soldatenstukken schilderde, maar in 1652 verhuist hij naar Delft om daar voor een linnenhandelaar te werken. Hier begint hij genrestukken, stukken over het alledaagse leven, te schilderen. In 1655 schreef hij zichzelf in bij het Delftse Sint-Lucasgilde, de kunstenaarsgilde. Hier kwam hij in aanraking met Vermeer en deze twee hebben elkaars stijl beïnvloed.
Vanaf deze ontmoeting veranderde hij zijn stijl naar lichtere beelden, met veel vrouwen, doorkijkjes en tegelvloeren. Naast zijn karakteristieke gebruik van doorkijkjes, waarmee hij meer ruimte dan welke Nederlandse Gouden Eeuw schilder dan ook wist te vormen en het gebruik van tegelvloeren om zijn beheersing van het lijnperspectief te laten zien, staat De Hooch ook bekend om zijn vertaling van het gewone leven. Op veel schilderijen zijn ‘normale’ huishoudens op burgerlijke binnenplaatsjes te zien.
In 1661 liep Pieter de Hoochs beste periode tot zijn einde, doordat hij naar Amsterdam verhuisde en zijn huishoudens rijker en dus minder gewoontjes. Wel leek hij voor persoonlijke stukken geliefder; hij kreeg veel opdrachten, die door het grote publiek blijkbaar minder gewaardeerd werden dan zijn oudere werk.
Het is niet helemaal duidelijk wanneer Pieter de Hooch is gestorven, maar in 1684 stierf zijn zoon Pieter Pieterz. in het ‘Dolhuis’, gekkenhuis, in Amsterdam. Het laatste werk bekend van De Hooch dateert uit datzelfde jaar, dus daaruit wordt de conclusie getrokken dat ook hij in 1684 overleed.
De Hooch, een van de Oude Hollandse Meesters, wordt geboren in Rotterdam waar hij voornamelijk soldatenstukken schilderde, maar in 1652 verhuist hij naar Delft om daar voor een linnenhandelaar te werken. Hier begint hij genrestukken, stukken over het alledaagse leven, te schilderen. In 1655 schreef hij zichzelf in bij het Delftse Sint-Lucasgilde, de kunstenaarsgilde. Hier kwam hij in aanraking met Vermeer en deze twee hebben elkaars stijl beïnvloed.
Vanaf deze ontmoeting veranderde hij zijn stijl naar lichtere beelden, met veel vrouwen, doorkijkjes en tegelvloeren. Naast zijn karakteristieke gebruik van doorkijkjes, waarmee hij meer ruimte dan welke Nederlandse Gouden Eeuw schilder dan ook wist te vormen en het gebruik van tegelvloeren om zijn beheersing van het lijnperspectief te laten zien, staat De Hooch ook bekend om zijn vertaling van het gewone leven. Op veel schilderijen zijn ‘normale’ huishoudens op burgerlijke binnenplaatsjes te zien.
In 1661 liep Pieter de Hoochs beste periode tot zijn einde, doordat hij naar Amsterdam verhuisde en zijn huishoudens rijker en dus minder gewoontjes. Wel leek hij voor persoonlijke stukken geliefder; hij kreeg veel opdrachten, die door het grote publiek blijkbaar minder gewaardeerd werden dan zijn oudere werk.
Het is niet helemaal duidelijk wanneer Pieter de Hooch is gestorven, maar in 1684 stierf zijn zoon Pieter Pieterz. in het ‘Dolhuis’, gekkenhuis, in Amsterdam. Het laatste werk bekend van De Hooch dateert uit datzelfde jaar, dus daaruit wordt de conclusie getrokken dat ook hij in 1684 overleed.
Pieter de Hooch, De binnenplaats van een huis in Delft, 1658.
De Hoochs kenmerkende technieken en elementen komen veel terug in dit schilderij, dat vaak als zijn beste werk wordt. Ten eerste staan er alleen maar vrouwen op afgebeeld, iets wat de Hooch veel schilderde. Verder is het typerende doorkijkje van Pieter de Hooch ook weer links op het werk te zien, waardoor het idee dat er nog een wereld achter het afgebeelde is te versterken en is er ‘Vermeers’ kleurgebruik te herkennen. Ook zijn beheersing van lijnperspectief wordt goed weergegeven door de keuze om een tegelvloer te schilderen, iets wat complex is om correct in perspectief te zetten.
Pieter de Hooch, De binnenplaats van een huis in Delft, 1658.
De Hoochs kenmerkende technieken en elementen komen veel terug in dit schilderij, dat vaak als zijn beste werk wordt. Ten eerste staan er alleen maar vrouwen op afgebeeld, iets wat de Hooch veel schilderde. Verder is het typerende doorkijkje van Pieter de Hooch ook weer links op het werk te zien, waardoor het idee dat er nog een wereld achter het afgebeelde is te versterken en is er ‘Vermeers’ kleurgebruik te herkennen. Ook zijn beheersing van lijnperspectief wordt goed weergegeven door de keuze om een tegelvloer te schilderen, iets wat complex is om correct in perspectief te zetten.
Pieter de Hooch, De goudweegster, ca 1664.
Dat de stijlen van De Hooch en Vermeer veel vergeleken worden, wordt ook duidelijk in De goudweegster. Zo duidelijk zelfs dat het schilderij lange tijd aan Vermeer toegeschreven is, totdat de handtekening van De Hooch werd ontdekt. Ook op dit werk is er een huishoudelijk tafereel afgebeeld, wat ook dit een, voor Pieter de Hooch karakteriserend, genrestuk maakt. Dat dit stuk aan Vermeer opgeschreven was, is naast het kleurgebruik, ook te verklaren doordat er maar één figuur op afgebeeld staat, iets wat Pieter de Hooch bijna nooit deed.
Anne M 2022